Per kwartaal wordt het rapportage formulier B (model van het formulier, bedoeld in artikel 27, tweede lid, van het Besluit afbreking zwangerschap) opgestuurd naar de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd te Utrecht.
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd publiceert zelf de jaarcijfers hiervan.
Hieronder vindt u een samenvatting van enkele cijfers.

Abortus provocatus behandelingen

2019 2020 2021 2022
Medicamenteus 408 (68%) 373 (74%) 354 (75%) 379 (76%)
Curettages 194 (32%) 133 (26%) 120 (25%) 119 (24%)
Totaal 602 506 474 498

Complicatie na abortus provocatus

2019 2020 2021 2022
Bloedverlies > 500 ml 1 1 2 0
Incomplete abortus 33 27 30 28
Doorgaande zwangerschap 2 (na M&M) 2 (na M&M) 1 6
Totaal 36 30 33 34

Anticonceptie na abortus provocatus

2019 2020 2021 2022
Voorgeschreven Niet bekend 115 81 71
Verwezen naar huisarts 333 373 406
Geen anticonceptie gewenst 55 19 21
Niet besproken 3 1 0
Totaal 506 474 498

Reflectie

Het aantal medicamenteuze afbreking stijgt licht met de jaren en ligt ook boven het landelijke gemiddelde (2020 31% medicamenteus, bron: Fiom). De stijging heeft mogelijk te maken met het feit dat steeds meer onderzoeken een verhoogde kans op vroeggeboorte laten zien bij patiënten met een curettage in de voorgeschiedenis, wat we ook meenemen in de counseling. Het feit dat we al jaren onder het landelijke gemiddelde zitten wat betreft het percentage curettages komt mogelijk doordat we een algemeen ziekenhuis zijn met 24/7 bereikbaarheid van zorg voor patiënten met een complicatie van een medicamenteuze afbreking. Hierdoor hoeven we ons behandeladvies niet aan te passen aan de bereikbaarheid van de kliniek. Er is geen verschil in complicaties sinds de toename van de medicamenteuze behandelingen, ook niet i.v.m. met landelijk gemiddelde.