Ovulatie Inductie

We hebben drie patiënten behandeld met WHO-1 anovulatie met een GnRH-pomp. Hiervan werd er één zwanger. Er werden 3 laparoscopische -elektro coagulaties verricht waarna één patiënte spontaan zwanger werd na de operatie en de andere twee in een behandeltraject zitten.

Ovulatie-inductie

Zwangerschap per gestarte cyclus % (n/tot)

Aantal meerlingen

Zwangerschap

17,3% (42/242)

5

Clomifeencitraat

17,0% (32/188)

2

FSH

18.5% (10/54)

3

Intra-uteriene inseminatie (IUI)

Bij ovariële stimulatie wordt gestreefd naar een cyclus met 2 follikels. In juni 2019 zijn we naar aanleiding van de uitkomsten van de Super studie overgegaan op stimulatie met 100mg clomifeen als eerste keus in plaats van FSH. Bij bijwerkingen, suboptimale stimulatie en na counselen werd er naar 3 cycli wel of niet over gegaan op FSH. Intra uteriene inseminaties kunnen 6 dagen per week plaats vinden.

Het doorgaand zwangerschapscijfer per gestarte cyclus is onder de streefnorm van 15%. Medio 2019 zijn we n.a.v de uitkomsten van de SUPER studie als eerste keus stimulatie over gegaan van FSH naar clomid. Als we kijken naar de verschillen in zwangerschapscijfers tussen de cycli waarin gestimuleerd werd met FSH (39) en clomifeen (272) zien we een verschil een kans op zwangerschap. Na clomid 4,8% doorgaande zwangerschappen per cyclus en na FSH 18% doorgaande zwangerschappen per cyclus. Naar aanleiding van deze data zullen we met het team overwegen als eerste keus stimulatie voor FSH te kiezen in plaats van clomid.

IUI totaal

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Aantal cycli

397

335

209

386

448

366

Doorgaande zw schap per gestarte cyclus

23 (5.8%)

43 (12.8%)

23 (11%)

35 (13,0%)

28 (6,3%)

23 (6.3%)

Meerling

1

1

0

3

2

0

Zwangerschap na IUI

Per gestarte cyclus % (n/tot)

Per inseminatie % (n/tot)

Aantal meerlingen

2018

2019

2020

2018

2019

2020

2018

2019

2020

IUI natuurlijk cyclus

9,8%
(8/82)

5.9%
(5/85)

5.0%
(3/60)

13,8%
(8/58)

9.3%
(5/54)

6%
(3/50)

0

0

0

IUI milde stimulatie

8,9%
(27/304)

9,4%
(36/384)

6,5
(20/306)

12,7%
(27/212)

12.1
(36/29)

7.8%
(20/256)

3

2

0

Reden Cancel IUI

Aantal

Te veel follikels 16
Logistieke reden 14
Intercurrente ziekte 4
Geen groei 2
totaal 35

IVF en ICSI

In 2020 werden 67 IVF behandelingen en 55 ICSI behandelingen gestart.

Bij IVF was het zwangerschapscijfer 21% per gestarte cyclus en 24% per punctie . Het percentage doorgaande zwangerschappen was 11% per gestartte cyclus en 23% per terugplaatsing.

Na ICSI was het zwangerschapscijfer 32.3% per gestarte cyclus en 44,4% per embryo-transfer. De kans op doorgaande zwangerschap na ICSI was 26.7% per cyclus en 36.5% per embryo-transfer. In 13 cycli vond er geen punctie plaats; acht keer omdat er te weinig follikels waren (meestal conversie naar IUI), twee keer omdat patiente verkeerd had gespoten en twee keer i.v.m.een cyste.In totaal werden er 13 ICSI cycli gecancelled na de punctie waarvan zeven omdat er geen embryo’s beschikbaar waren en zes omdat er werd gekozen voor primair vriezen van de embryo’s om diverse redenen (vier keer ter preventie OHSS, een keer i.v.m.vocht in cavum uteri en een keer i.v.m. recent ontdekte diabetes). Er waren geen meerlingen na IVF of ICSI.

2020 Totaal

Aantal

%zw/cyclus

%zw/punctie

%doorgaande zw/cyclus

%doorgaande zw/punctie

IVF 67 21% 24% 11% 23%
ICSI 55 32,3% 44,4% 26,7% 36,5%

Overall IVF/ICSI

Aantal

% per cyclus *

%/embryotransfer

16 17 18 19 20 16 17 18 19 20 16 17 18 19 20
Gestarte cycli 212 179 149 141 122
OPU 173 149 124 114 104 81,6 83,2 83,2 80,1 85,3
ET 155 132 110 101 95 73,1 73,7 73,9 71,6 78,0
Zw. 64 47 47 38 33 30,2 26,3 31,5 27,0 27,0 42,3 35,6 42,7 37,6 35,0

Doorg. Zw.

51 37 34 29 25 24,1 20,7 22,8 20,6 20,1 32,9 28,0 22,8 28,7 26,3
Meerling 1 3 2 0 1 0,5 1,6 1,3 0 0

IVF

Aantal

% per cyclus *

%/embryotransfer

16

17

18

19

20

16

17

18

19

20

16

17

18

19

20

Gestarte cycli

118

81

85

55

67

OPU

90

63

71

41

55 76.3 77.7 83.5 74.5

82.1

ET

78

53

64

38

47

66.1

65.4

75.3

69.0

69.1

Zw.

27

23

28

10

14

22.9

28.4

32.9

18.2

20.9

34.6

43.4

43.6

26.3

29.8

Doorg. Zw.

19

18

18

6

11

16.1

22.2

21.1

10.9

16.4

24.2

33.9

28.1

15.8

23.4

Meerling

1

0

1

0

0

0.8

0

1

0

0

ICSI

Aantal

% per cyclus *

%/embryotransfer

16

17

18

19

20

16

17

18

19

20

16

17

18

19

20

Gestarte cycli

94

98

64

86

55

OPU

83

86

53

73

49

88.3

87.8

82.8

84.9

89.1

ET

77

79

46

63

48

81.9

80.6

71.8

73.3

87.3

Zw.

37

24

19

28

19

39.4

24.5

29.7

32.3

35.1

48.1

30.4

41.3

44.4

40.0

Doorg. Zw.

32

19

16

23

14

34.0

19.4

25.0

26.7

25.5

41.6

24.0

34.7

36.5

29.2

Meerling

0

3

1

0

1

0

3

1

0

1

Cryo

Er werden 196 patiënten aangemeld voor cryo behandeling en hiervan kregen 162 patienten een terugplaatsing van een cryo-embryo. Er werden 34 cycli gecancellend ivm; – persoonlijke redenen (vijf), – geen goede cyclus (10) en – plantechnische redenen (vijf), geen embryo beschikbaar (negen) Van deze 162 terugplaatsingen  patienten werden er 51 patienten zwanger (31.2% per ET) waarvan 36 doorgaande zwangerschappen (22.2%) per ET.

Resultaten cryo

2016

2017

2018

2019

2020

Aantal cycli

228

244

230

238

196

Aantal ontdooiingen

181 (79.4%)

196 (80%)

198(86%)

201 (84.5%)

171 (87,2%)

Embryo transfer

168 (73.7%)

172 (70.4%)

179(90.0%)

171 (71.8%)

162 (82,7%

Zwangerschappen per cyclus

43 (18.9%)

47 (19.3%)

54 (23.5%)

31 (13.0%)

51 (26,9%)

Doorgaande zw per cyclus

29 (12.7%)

33(13.5%)

39 (16.9%)

18 (7.6%)

36 (18,4%)

Meerling

0

0

1

0

0

Gecancelled

Er werden 34 cycli gecancellend ivm; – persoonlijke redenen (vijf), – geen goede cyclus (tien) en – plantechnische redenen (vijf), geen embryo beschikbaar (negen) Van deze 162 terugplaatsingen patienten werden er 51 patienten zwanger (31.2% per ET) waarvan 36 doorgaande zwangerschappen (22.2%) per ET.