Ovulatie inductie

In 2021 zijn we overgestapt van eerste keus clomid naar letrozol waarbij je ziet dat met letrozol de zwangerschapscijfers hoger zijn. We hebben 1 patiënt behandeld met WHO-1 anovulatie met een GnRH-pomp. Er werden 3 laparoscopische -elektro coagulaties verricht waarna één patiënte twee maanden later zwanger was na met ovulatie inductie en de andere twee nog in een behandeltraject zitten.

Ovulatie-inductie

Zwangerschap per gestarte cyclus % (n/tot)

Aantal meerlingen

Zwangerschap

16,9% (52/307)

2

Clomifeencitraat

15,4% (23/149)

2

FSH

12,6% (11/87)

0

Letrozol

25,4% (18/71)

0

Intra-uteriene inseminatie (IUI)

Bij ovariële stimulatie wordt gestreefd naar een cyclus met 2 follikels. In medio 2021 zijn we naar aanleiding van de een nieuwe meta-analyse en onze eigen jaarcijfers uit 2020 terug gegaan naar eerste keus stimulatie FSH i.p.v. met clomifeen. Intra uteriene inseminaties vinden 6 dagen per week plaats.

IUI totaal

2017

2018

2019

2020

2021

Aantal cycli

209

386

448

366

469

Zwangerschappen

         48 (10,2%)

Doorgaande zwangerschap per gestarte cyclus

23 (11%)

35 (13,0%)

28 (6,3%)

23 (6.3%)

33 (7,0%)

Meerling

0

3

2

0

1

Doorgaande zwangerschap

Per gestarte cyclus % (n/tot)

Per inseminatie % (n/tot)

2019

2020

2021

2019

2020

2021

IUI natuurlijk cyclus

5.9%

(5/85)

5.0%

(3/60)

7,3%

(3/41)

9.3%

(5/54)

6% 3/50

7,9%

(3/38)

IUI milde stimulatie

9,4%

(36/384)

6,5%

(20/306)

7,1%

(30/420)

12.1%

             (36/29)

7.8% 20/256

8,3%

(30/360)

Reden Cancel IUI

Aantal

Te veel follikels 12
Logistieke reden 11
Intercurrente ziekte 7
Geen groei 2
Cyste 6
Eigen verzoek 4
totaal 42

Het doorgaand zwangerschapscijfer per gestarte cyclus is onder de streefnorm van 15%. Medio 2019 zijn we n.a.v de uitkomsten van de SUPER studie als eerste keus stimulatie over gegaan van FSH naar clomid en in 2021 zijn we a.d.h.v. de jaarcijfers en een nieuwe meta-analyse weer terug gegaan naar FSH als eerste keus. In de jaarcijfers van 2021 zijn er geen significante verschillen tussen de clomid en FSG wat betreft zwangerschaps-uitkomsten.

IVF en ICSI

In 2021 werden 75 IVF behandelingen en 56 CSI behandelingen gestart.

Na IVF was het zwangerschapscijfer 24% per gestarte cyclus en 29% per embryo plaatsing . Het percentage doorgaande zwangerschappen was 20% per gestartte cyclus en 24% per embryo plaatsing punctie. In 13 cycli vond er geen punctie of embryo plaatsing plaats; acht keer omdat er te weinig follikels waren (meestal conversie naar IUI), twee keer omdat er geen embryo’s beschikbaar waren en drie keer werd er gekozen voor primair vriezen ter preventie van OHSS.

Na ICSI was het zwangerschapscijfer 36% per gestarte cyclus en 49% per embryo plaatsing. De kans op doorgaande zwangerschap na ICSI was 34% per cyclus en 46% per embryo plaatsing. In totaal vond er in 12 gestartte cycli geen punctie of embryo plaatsing waarvan negen omdat te weinig follikels groeiden, twee keer werd er voor primair virezen gekozen ter preventie van OHSS en één cyclus werd geannuleerd ivm niet medische redenen. Er waren geen meerlingen na IVF of ICSI.

2021 Behandeling

Aantal

Zwangerschap-schap (n)

Doorgaande zwangerschap (n)

%zw/cyclus

%zw/punctie

%doorgaande zw/cyclus

%doorgaande zw/punctie

IVF 75 18 15 24,0% 28,1% 20,0% 23,4%
ICSI 56 20 19 35,7% 45,5% 33,9% 43,2%

IVF 18 zw wv 15 doorgaand
ICSI 20 zw schap wv 19 doorgaand

Reden cancel

IVF

ICSI

Te weinig follikels 8 9
Geen embryo beschikbaar 2 0
Overig 1
Primair vriezen ivm risico OHSS 3 2
Totaal 13 12

Overall IVF/ICSI

Aantal

% per cyclus *

% per embryotransfer

2017

2018

2019

2020

2021

2017

2018

2019

2020

2021

2017

2018

2019

2020

2021

Gestartecycli

179

149

141

122

131

OPU

149

124

114

104

 108

83.2

83.2

80.1

85.3

82.4

ET

132

110

101

95

103

73.7

73.9

71.6

78.0

78.6

Zw.

47

47

38

33

38

26.3

31.5

27.0

27.0

29.0

35.6

42.7

37.6

35.0

36.9

Doorg. Zw.

37

34

29

25

34

20.7

22.8

20.6

20.1

26.0

28.0

22.8

28.7

26.3

33.0

Meerling

3

2

0

1

0

1.6

1.3

0

0

0

IVF

2017

2018

2019

2020

2021

2017

2018

2019

2020

2021

2017

2018

2019

2020

2021

Gestarte cycli

81

85

55

67

75

OPU

63

71

41

   55

64

77.7 83.5 74.5

82.1

85.3
ET

53

64

38

47

62

65.4

75.3

69.0

69.1

82.7

Zw.

23

28

10

14

18

28.4

32.9

18.2

20.9

24.0

43.4

43.6

26.3

29.8

29.0

   Doorg. Zw.

18

18

6

11

14

22.2

21.1

10.9

16.4

20.0

33.9

28.1

15.8

23.4

24.2

Meerling

0

1

0

0

0

0

1

0

0

0

ICSI

2017

2018

2019

2020

2021

2017

2018

2019

2020

2021

2017

2018

2019

2020

2021

Gestarte cycli

98

64

86

55

56
OPU

86

53

73

49

44

87.8

82.8

84.9

  89.1

78.6

ET

79

46

63

48

41

80.6

71.8

73.3

  87.3

73.2

Zw.

24

19

28

19

20

24.5

29.7

32.3

35.1

35.7

30.4

41.3

44.4

40.0

48.8

   Doorg. Zw.

19

16

23

14

19

19.4

25.0

26.7

25.5

33.9

24.0

34.7

36.5

29.2

46.3

Meerling

3

1

0

1

0

3

1

0

1

0

Resultaten cryo behandelingen

Er werden 213 patiënten aangemeld voor cryo behandeling, er werden 181 embryo’s ontdooid en 172 terug geplaatst. Bij negen cycli waren er dus bij ontdooing geen embryo’s beschikbaar. en hiervan kregen 172 patienten een terugplaatsing van een cryo-embryo. Van deze 172 terugplaatsingen patienten werden er 57 patienten zwanger (33% per terugplaatsing) waarvan 43 doorgaande zwangerschappen (25%) per terug plaatsing. Er was 1 tweeling zwangerschap na DET.

Resultaten cryo

2017

2018

2019

2020

2021

Aantal cycli

244

230

238

196

213

Aantal ontdooiingen

196 (80%)

198(86%)

201 (84.5%)

171 (87,2%)

181

(85,0%)

Embryo transfer

172 (70.4%)

179(90.0%)

171 (71.8%)

162 (82,7%

172

(80,8)

Zwangerschappen

per cyclus

47 (19.3%)

54 (23.5%)

31 (13.0%)

51 (26,9%)

57

(26,8%)

Doorgaande zwangerschap
per cyclus

33(13.5%)

39 (16.9%)

18 (7.6%)

36 (18,4%)

43

(20,2%)

Meerling

0

1

0

0

    1